Leren innoveren

1

Wie een mediaopleiding heeft afgerond en staat te popelen om te pionieren, kan terecht bij de hbo-master Media Innovation. De eenjarige opleiding van het NHTV wordt al sinds 2010 aangeboden, maar is dankzij steun van de overheid vanaf het nieuwe studiejaar ook betaalbaar voor de gemiddelde student. “Hier komen theorie en praktijk samen.”

Door Menno van den Bos

Veel mediamakers en -bedrijven willen innoveren, maar hoe doe je dat eigenlijk? Wat is er technisch allemaal mogelijk? Welk verdienmodel kies je? Hoe bereik je het publiek? Op die vragen geeft de Engelstalige hbo-master Media Innovation antwoord. De eenjarige opleiding op de internationale hogeschool NHTV in Breda biedt een ‘helikopterview’ van innovatie in de media. Studenten leren theoretische modellen doorgronden en ontwikkelen eigen innovatieve ideeën.

Die ideeën hoeven niet per se revolutionair te zijn, vertelt ‘operationeel manager’ van de master Ineke van Keulen. “Veel innovatie borduurt voort op wat er al is. Daarom leert deze master studenten eerst wat er allemaal mogelijk is, om ze daar vervolgens zelf een nieuwe weg in te laten vinden. Daarbij kijken ze specifiek vanuit hun eigen achtergrond, bijvoorbeeld de journalistiek. ”

Toegevoegde waarde

De master was in 2010 het resultaat van een zoektocht naar toegevoegde waarde voor afgestudeerden in de mediasector. Van Keulen: “Er is veel behoefte aan talent dat vakinhoudelijke kennis combineert met een ondernemende houding om ideeën te realiseren. Het programma wordt continu aangepast, want de ontwikkelingen gaan snel. Desondanks is veel stof gebaseerd op gedegen literatuur en onderzoek, helaas niet altijd even recent. We kijken daarom goed naar de bredere ontwikkelingen die hieruit blijken. Hoe ziet de toekomst er waarschijnlijk uit?”

De overheid besloot onlangs om de opleiding te gaan bekostigen. Hierdoor gaan studenten vanaf collegejaar 2014-2015 het reguliere collegegeld betalen: een fractie van wat het voorheen kostte. Er wordt dan ook verwacht dat de momenteel bescheiden groep van twintig Nederlandse en internationale studenten de komende jaren flink zal gaan groeien. “Daar zijn we blij mee, want we willen breed toegankelijk zijn. Al hoeven we geen hele hoorcollegezalen te vullen. Onze kracht is het intensieve contact tussen studenten en docenten.”

Specialisten

Er zijn vijftien docenten, veelal promovendi en specialisten met ervaring met onder meer interactieve media, ‘transmedia story telling’, reclame en journalistiek. De meesten komen uit het buitenland. Ook zijn er gastdocenten, zoals professor Jay Bolter van de prestigieuze Georgia Tech University. “De docenten helpen bij het samenstellen van het programma, en begeleiden studenten bij afstudeerprojecten. Bovendien brengen ze hen in contact met relevante personen in de industrie. Daarnaast hebben we regelmatig gastsprekers.”

Voor wie al wat langer afgestudeerd is, is sinds 2012 overigens ook het vergelijkbare traject Executive Master Media Innovation. Deze opleiding (tien sessies van tweeënhalve dag) is bedoeld voor mensen die al enige tijd werkzaam zijn in de mediasector, en wordt momenteel ook door zo’n twintig man gevolgd. De opleiding wordt sinds dit jaar aangeboden in Hilversum.

Entrepreneurs

Sommige afgestudeerden gaan uiteindelijk verder als entrepreneur. Zo richtten drie oud-studenten in januari de ‘media innovation studio’ Stijlbreuk op. Een ander voorbeeld is een e-learning systeem dat studenten Journalistiek leert hoe ze sociale media als bron kunnen gebruiken. Dit werd ontwikkeld door een freelance journalist die de executive-variant van de master volgde.

Maar lang niet elke afgestudeerde wordt meteen entrepreneur, er zijn ook studenten die bijvoorbeeld terechtkomen op innovatieafdelingen van bedrijven. “Binnen een jaar een innovatieve onderneming uit de grond stampen is moeilijk, maar we proberen het wel mogelijk te maken. We geven studenten een netwerk mee en verwijzen ze door naar initiatieven zoals The Challenge van het Stimuleringsfonds.”

Aanmelden voor de hbo-master Media Innovation kon tot 1 juli.

Dit artikel verscheen eerder op Persinnovatie.nl.

 

Geef een reactie

Jouw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.