Tweeënhalf jaar geleden kreeg Art Langeler de opdracht om bij PSV een duurzame jeugdtak uit te rollen. Sindsdien ontwikkelen de Eindhovenaren zich gestaag van ‘koopclub’ tot opleidingsclub. Langelers aanpak bij PSV is geen blauwdruk voor zijn collega’s in de amateurwereld, waarschuwt hij. “Een jeugdopleiding van een amateurclub moet heel anders gerund worden dan die van een profclub.”
Wéér niet. In 2013 grijpt PSV – ondanks spelers als Strootman, Van Bommel en Mertens – voor het zesde seizoen op rij naast de kampioensschaal. De club lijkt niet meer de geoliede machine die het lang was. Het is al jaren onrustig op de bank: een opeenvolgende reeks trainers van kaliber slaagt er niet in om een stabiele lijn in PSV te krijgen. Ook de financiële kopzorgen van de periode daarvoor dreunen nog na in Eindhoven.
Die zomer zet technisch manager Marcel Brands de al geplande strategische ommekeer in die PSV weer op de rit moet krijgen. Phillip Cocu wordt de jongste hoofdtrainer sinds Thijs Libregts en ook de selectie krijgt een flinke verjongingskuur. Het is duidelijk: PSV gaat voor de jeugd. Het eerste teken daarvan kwam enkele maanden eerder al met de aanstelling van Art Langeler als hoofd jeugdopleidingen (HJO). Diens opdracht: in nauwe samenwerking met de technische staf zorgen voor ‘continuïteit’ en ‘meer doorstroom’ van jeugdspelers.
Doelen
“Die continuïteit is gelukt, want ik ben er nog steeds”, zegt Art Langeler lachend. “Mijn voorgangers waren vaak al snel weg bij de club. De jeugdopleiding stond twee jaar geleden niet zoals we wilden. PSV wilde met Marcel Brands, Phillip Cocu en mij een langdurig beleidstraject van minstens vier jaar opzetten. Sindsdien zijn we in visie en beleid steeds meer ‘de jeugdkant’ opgegaan. Inmiddels komen we langzamerhand in de fase dat we daarvan kunnen gaan profiteren. De eerste jonge spelers, die de laatste paar jaar in de jeugdelftallen zijn klaargestoomd, stromen door. Over tien jaar moet het ook zo zijn dat de spelers die al vanaf de pupillen bij ons spelen, in het eerste elftal terechtkomen. Dat gebeurt nu incidenteel, zie bijvoorbeeld Memphis Depay en Jorrit Hendrix, maar niet structureel.”
Naast Hendrix zijn Jürgen Locadia, Jeroen Zoet en Joshua Brenet de selectiespelers uit eigen opleiding die dit seizoen op veel speeltijd in PSV 1 kunnen rekenen. Een score van ruim een derde van de elf. Als het aan Langeler ligt wordt dat aandeel hoger. “Ons streven is een situatie waarin twaalf van de 24 selectiespelers uit eigen opleiding komen. Dat lukte vorig seizoen al, dit seizoen net niet (de selectie voor 2014/2015 kent elf zelfopgeleide spelers, red.). En van die twaalf moet minimaal de helft elke week op het veld staan.”
Economisch
Aan PSV is – al dan niet terecht – het imago van koopclub gaan kleven. Dat beeld lijkt nu aan herziening toe. Langeler: “We zijn financieel niet meer in staat om spelers van in de twintig te halen uit grote Europese competities. Zelfs op hun achttiende zijn buitenlandse spelers vaak al onbetaalbaar. Het is in de eerste plaats dus een economische overweging om meer spelers uit de eigen jeugd te laten doorstromen.”
Dit is een deel van het interview met Art Langeler in Trainers Magazine. Het hele artikel is hier te downloaden.