‘Eén vaasje, alsjeblieft.’ Terwijl de serveerster naar de tap loopt, werkt hij zich uit zijn jas, die hij over de rugleuning laat glijden. Hij schuift wat bierviltjes opzij en klapt zijn laptop open. De serveerster zet er zwijgend een slordig getapt glas bier naast. Hij neemt een slok met meer schuim dan bier, en start de tekstverwerker. Er zit een romantisch verhaal in zijn hoofd, dat hij maar niet goed op papier krijgt. Vanavond een nieuwe poging.
Woorden verschijnen een voor een op het scherm, vormen een paar aardige volzinnen, maar leiden nergens heen. Waarom wilde hij dit verhaal ook alweer schrijven? Hij zucht en drukt de backspaceknop diep in. Het toetsenbord kraakt zachtjes. Terwijl de cursor het venster zuivert, neemt hij een grote slok. Hij verslikt zich en belandt in een hoestbui. Vanachter de bar trekt de serveerster een wenkbrauw op.
Hij schrijft hier sinds kort, thuis was de inspiratie gaan stokken. Toen hij deze kroeg als nieuwe werkruimte koos, vloeiden opeens de meest wervelende verhalen uit zijn vingers. Maar de laatste paar keer leek het effect uitgewerkt en ging het weer even stroef als eerst. Daarnaast raakte zijn geld op. De serveerster begon hem trouwens ook tegen te staan, evenals de houten tafels met hun kleverige vernis van gemorst bier.
Hij legt zijn handen weer op het toetsenbord. Laatste poging. Als dit niks wordt gaat hij naar huis, slapen. De deur slaat open, een koele vlaag schampt zijn nek. Een meisje neemt plaats aan een tafeltje schuin links. Op haar lippen een nog vochtige laag rood, kort tevoren aangebracht. Ze glimlacht hem toe, haar tanden ontbloten zich. Hij dwingt een mondhoek omhoog. Moeizaam antwoord op haar achteloze geflirt. Het meisje pakt haar telefoon, stuurt misschien naar iemand dat ze er is, en of ze alvast wat zal bestellen. Het schermpje verlicht een groepje sproeten op haar neus.
Hij tikt verder. Middenin een zin blikt hij weer naar links. Het meisje kijkt nog steeds naar haar schermpje, een stuurse blik in haar ogen. Een teleurstellende reactie op haar bericht? Hij bestudeert haar gezicht, speurt naar een imperfectie. Even overweegt hij haar aan te spreken, iets nonchalants, hé-alles-goed. Ze kijkt op, zijn ogen schieten terug naar zijn laptop.
Zacht gebonk op de houten vloer. Van achteruiit het café stiefelt een klein jochie tussen de tafels door. Wie neemt zijn kind hiermee naartoe, denkt hij bij zichzelf. Aan de andere kant: wat weet hij nou van opvoeding? Als enig kind grootgebracht, en tegenwoordig een alleenstaande twintiger, zijn kinderen zijn voor hem een vreemde diersoort.
Pal naast zijn tafeltje houdt het jongetje halt. Zijn neus komt net boven het tafelblad uit.
‘Hoi meneer’, zegt hij opgewerkt. Nieuwsgierige bruine ogen onder blonde wimpers. Hij is jaloers op de zelfverzekerdheid waarmee het ventje hem aanspreekt.
‘Hallo daar’, antwoordt hij. Korte stilte.
‘Houd jij van bier?’ Een klein wijsvingertje wijst naar het doodgeslagen pils.
‘Eh, ja, eigenlijk wel. Jij ook?’ Hij lacht zenuwachtig om zijn domme vraag, weet zich geen houding tegenover de onbevangen kleuter naast hem. Het jongetje negeert zijn wedervraag en legt zijn vingertop op het kleurrijke viltje onder zijn bierglas.
‘Mooi! Mag ik dit hebben?’
Het kind wacht een antwoord niet af en trekt het karton onder het halfvolle glas vandaan. Direct kantelt het glas, sissend bier stroomt langs zijn laptop. Het glas rolt langzaam van de houten tafel en spat uiteen op de vloer. Het jongetje deinst terug, dreigt achterover in de laag glas te tuimelen. ‘Bram!’ klinkt een verschrikte vrouwenstem. In een reflex grijpt hij met beide handen het kind onder zijn oksels, en tilt het hoog boven de vochtige scherven. Een snikkende Bram klinkt zichzelf met allevier zijn ledematen vast aan de romp van zijn redder. Over Brams schouder ziet hij het meisje met de sproeten, ze is in het tumult opgestaan. Geïnteresseerd bekijkt ze hoe hij het kind sust.
Een blonde vrouw van eind dertig snelt toe. ‘Sorry, sorry, sorry. Ik had hem ook gewoon thuis moeten laten. Is het over je laptop gegaan? Nee? Gelukkig. Ooh, dankjewel, wat fijn dat je hem had. Bestel op mijn rekening maar een nieuw drankje. Sorry.’ Hij hevelt het jochie over in de armen van zijn ratelende moeder. Het snikken verstomt. Achter de bar vist de serveerster zuchtend een stoffer en blik op.
Hij tilt zijn laptop op, checkt of het apparaat inderdaad aan het bier is ontkomen. Hij stapt behoedzaam over de scherven, controleert zijn voetzolen. De serveerster maakt geen haast om te gaan opruimen. Het sproetenmeisje is weer gaan zitten.
‘Hier ligt geen glas.’ Ze knikt naar de stoel tegenover haar. Hij accepteert de uitnodiging, en gaat zitten. Ze geeft hem een compliment voor zijn reddingsactie, glimlacht opnieuw. Haar lippenstift is opgedroogd. Met haar wijsvinger maakt ze lusjes in haar haren die meteen weer uiteenvallen in steile lokken. Hij klapt zijn laptop dicht, en weet dat hij na vanavond genoeg inspiratie zal hebben.
Leuk verhaal, verrassend eind!